De tabaksindustrie heeft de afgelopen eeuw veel moeite gedaan om ervoor te zorgen dat je lichaam zich minder verzet tegen een sigaret. De rook van pure tabak kun je bijvoorbeeld absoluut niet inhaleren.
Daarom kiezen fabrikanten ervoor om de tabak te roosteren. Dit proces heet ‘flue curing’. Pas sinds dit proces rond 1900 ontdekt is, sterven heel veel mensen aan de gevolgen van het roken.
De tabaksindustrie voegt verder tijdens de productie duizenden stoffen toe aan tabak. Die stoffen zorgen ervoor dat je bij het inhaleren minder hoest en sneller verslaafd raakt. Via je longblaasjes komen allerlei stoffen uit de verbrande tabak direct in de haarvaatjes van je bloed. Je bloedvaten brengen op hun beurt de nicotine in een recordtempo van 7 seconden naar de hersenen. Bij elk trekje geef je je hersenen als het ware een beloning. Omdat het zo snel gaat, is roken extreem verslavend.
Je moet een duidelijk onderscheid maken tussen ruwe tabak, de gefabriceerde sigaret en de rook die je uiteindelijk inademt. Toevoegingen zoals suiker en honing zijn in een niet-brandende sigaret ongevaarlijk. Deze stoffen voegen fabrikanten toe om de verslaving te vergroten. Maar als je dit soort stoffen verbrand ontstaan wel degelijk meer dan 60 kankerverwekkende stoffen. De sigaret wordt wel ‘deadly and addictive by design’ genoemd. Het ontwerp is bewust gemaakt om jou verslaafd te maken. De tabaksindustrie weet hoe dodelijk de gevolgen zijn van roken en neemt die op de koop toe. Het enige doel van de fabrikanten is om meer mensen verslaafd te maken en zo veel mogelijk geld te verdienen.